
Wetboek van Koophandel
Artikel 450aa
[1.] Bij verlies van de gehele uitrusting van de schepeling door een ramp aan het schip overkomen, heeft de schepeling, die niet bij die gebeurtenis het leven verliest, aanspraak op een uitkering ineens en heeft, indien de schepeling bij die gebeurtenis het leven verliest, de overlevende echtgenoot of geregistreerde partner of hebben, bij ontstentenis van deze, de gezamenlijke kinderen of, bij ontstentenis van dezen, de ouders recht op een uitkering ineens. Onder verlies van de gehele uitrusting wordt verstaan, dat niets is gered dan hetgeen de schepeling op of bij zich draagt.
[2.] Bij algemene maatregel van bestuur wordt voor de verschillende groepen van schepelingen het bedrag van de in het vorige lid bedoelde uitkering bepaald.
[3.] Bij verlies van een gedeelte van de uitrusting van de schepeling door een ramp aan het schip overkomen, bestaat een gelijke aanspraak als bedoeld in het eerste lid, met dien verstande, dat het bedrag van de uitkering wordt gesteld op de geldswaarde van het verloren gegane deel van de uitrusting tot ten hoogste het krachtens het tweede lid bepaalde bedrag.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.